Historie:

Taxi De Koster, al meer dan 100 jaar! 


Taxi De Koster is een echt familiebedrijf waar inmiddels de 3e en 4e generatie de zaken behartigen. 


In 2010 vierde Taxi De Koster haar 100 jarig bestaan. Het begon allemaal met de grootvader van Otto de Koster, een ondernemende en avontuurlijk ingestelde man en grondlegger van het taxibedrijf. 


Otto herinnert zich dat opa al voor 1910 een auto had. In die tijd hadden alleen de notabelen zoals burgemeester, notaris en arts een auto. En een enkele zeer rijke boer.


Opa de Koster, geboren in 1889, was een slimme man. Hij begon zijn werkzame leven bij z'n moeder, die een bakkerij en een molen had. Dat beroep beviel niet zo, omdat hij er eczeem van kreeg. Hij ging een cursus automobieltechniek volgen en ook een paar jaar HBS.


Van zn oma leende hij geld voor een motor, een Harley Davidson. Daar bracht hij de post mee rond, naar de postkantoren in de dorpen en de boeren. Als bijverdienste schreef hij brieven voor de eilanders. Lang niet iedereen kon toen lezen en schrijven.


Al gauw volgde een gemotoriseerde driewieler, voor het eerste betaalde vervoer. Niet iedereen was daarvan gecharmeerd. Een vrouw, die een lift kon krijgen, antwoordde: “Nou, k ènogà aest, k gae liever mee de fiets”. In 1910 volgt dan een auto, een T-Ford. Daarmee worden ritten verzorgd over het eiland, zoals naar de aanlegplaatsen van de veerponten, maar ook werden zieken naar Goes gebracht.


Grootvader is een ware handelsman. Hij importeert onderdelen van de T-Fords uit Amerika, zet ze dan zelf in elkaar en verkoopt die aan de dokter en de notaris. Maar hij wilde wel het snelst blijven rijden. Daarom monteerde hij onder de carburateur een deksel van een conservenblikje en prikte daar een klein gaatje in. Dan kon er minder lucht en benzine door. Dus had hij de snelste auto. Maar tot zijn verbazing gingen de verkochte autos binnen een week net zo snel als de zijne. Dat dekseltje was gewoon weggebrand.


Kleinzoon Otto herinnert zich nog het draaiplateau dat opa in de loods had laten maken. "De autos hadden toen nog geen achteruit, opa reed dus vooruit naar binnen en met een hendel kon-ie het plateau laten draaien. Net toen dat werk klaar was, kwamen de eerste autos met een achteruit."


Rond 1918 start grootvader met kleine touringcars een heuse lijnverbinding op Noord-Beveland. De lijnbussen nemen ook de post mee. In de jaren 50 heeft het bedrijf drie bussen voor groepsvervoer van werkmensen, toerritten, dagreisjes en personeelsvervoer naar de Hero in Breda, waar veel Bevelanders werken.


In de jaren 60 volgen reizen door heel Europa. In 1962 neemt de vader van Otto het bedrijf over. Kleinzoon Otto is vanaf 1993 eigenaar en sinds 2017 zit zijn zoon Jordy in de zaak.  



foto: Felice Buonadonna